Hoe kan ik de kleurencirkel gebruiken in mijn interieur?
De meeste mensen hebben weleens gehoord van de kleurencirkel. Hierin wordt weergegeven welke kleuren dicht bij elkaar staan en welke kleuren uit het tegenovergestelde van elkaar zijn. Hier heb je onder andere wat aan als je bezig gaat met het inrichten van jouw interieur. Het is namelijk een hele klus om de perfecte kleuren uit te kiezen voor de bank, kussens, tafels enzovoort. De kleurencirkel kan jou hierbij helpen. In dit artikel lees je hoe.
De basis van de kleurencirkel
Je kunt nooit verder, voordat je kennis van de basis hebt. Daarom beginnen we daarmee. De kleurencirkel is oorspronkelijk afkomstig van een Zwitserse man, genaamd Johannes Itten.Hij heeft een kleurencirkel ontworpen, die precies laat zien hoe kleuren kunnen mengen, combineren en contrasteren. De kleurencirkel van Itten is te verdelen in maar liefst 12 verschillende kleuren, waarbij onderscheid is gemaakt tussen drie categorieën, namelijk: primair, secundair en tertiair
- Primaire kleuren: rood, geel en blauw.
- Secundaire kleuren: kleuren die je krijgt als je de primaire kleuren met elkaar mengt. Ter illustratie: als je rood met blauw mengt, krijg je de secundaire kleur paars.
- Tertiaire kleuren: kleuren die je krijgt als je een primaire kleur mengt met een secundaire kleur. Hier kun je bijvoorbeeld de kleur geelgroen mee maken.
Kleurenschema’s
Zoals ik in de inleiding al kort noemde, kan de kleurencirkel van Itten worden gebruikt bij het ontwerpen en inrichten van je interieur. Hierbij is het wel handig dat je weet hoe je de cirkel moet gebruiken en dat je het verschil weet tussen koele- en warmte tinten. Blauw, groen en paars zijn kleuren die behoren tot de koelere tinten, terwijl geel, rood en oranje behoren tot de warmere tinten.
Monochromatische kleuren
Je hoeft niet veel verschillende kleuren te gebruiken in je interieur. Integendeel, er wordt steeds vaker gekozen voor slechts één bepaalde kleur. Er wordt dan verder gewerkt met verschillende tinten, binnen die kleur. Bijvoorbeeld: lichtgeel, geel en donkergeel.
Analoge kleuren
Wil je iets meer actie in je interieur? Dan kun je ook kiezen voor analoge kleuren. Bij analoge kleuren wordt er gekozen voor twee á drie kleuren die naast elkaar zitten in de kleurencirkel. Deze kleuren worden samengevoegd. Voor het beste effect, kun je de 60-30-10 regel gebruiken. Dit houdt het volgende in:
- 60% is de dominante kleur.
- 30% is de secundaire kleur.
- 10% is de accentkleur.
Complementaire kleuren
Nog een stapje verder? Dan kun je uiteraard ook gaan voor compleet tegengestelde kleuren, complementaire kleuren. Hier worden dus kleuren gekozen, die in de kleurencirkel tegenover elkaar staan. Hierdoor wordt er een hoog contrast gecreëerd.
Triadische kleuren
Maar, wat als dat ook nog niet genoeg is? Dan kun je gaan voor triadische kleuren. Dit houdt in dat het kleurenschema bestaat uit drie verschillende, willekeurige, kleuren, die gelijkmatig zijn verdeeld in de kleurencirkel. Het effect is een super levendig contrast.
Zwart, wit en grijs
Zwart, wit en grijs ontbreken in de kleurencirkel.Dit zijn namelijk geen echte kleuren. Maar, het zijn zeker interieur kleuren die een plekje verdienen in elk interieur. Zwart, wit en grijs dienen ook goed als kleuren om te mengen. Je kunt makkelijk tinten lichter of donkerder maken.
